De mooiste sterrenhemel ter wereld is te vinden in Afrika. In het zuiden van Angola en het noorden van Namibië, op 16 graden zuiderbreedte om precies te zijn. Astronoom Jaime Vilinga onderzocht samen met Franse collega’s de kwaliteit van de Angolese atmosfeer: “Het onderzoek liet zien dat daar de omstandigheden voor het kijken naar sterren en planeten een paar maanden per jaar de beste in de wereld zijn. Er is daar geen industrie en geen lichtvervuiling. De melkweg is zó helder dat je het gevoel hebt dat je hem kunt aanraken.”
Op satellietfoto’s van de aarde bij nacht is te zien hoe donker Afrika is: behalve Johannesburg, de kust bij de Middellandse Zee en in het Nijldal is er in het donkere continent amper lichtvervuiling. Ideaal voor astronomen, maar desondanks houden maar weinig Afrikanen zich bezig met het onderzoeken van de kosmos. Van de 10.000 astronomen die wereldwijd lid zijn van de Internationale Astronomische Unie (IAU), komt maar 1,5 procent uit een Afrikaans land – bijna uitsluitend Zuid-Afrika en Egypte. Maar daar willen de sterrenkundigen iets aan doen.
Het is dit jaar 400 jaar geleden dat Galileo Galilei voor het eerst een telescoop gebruikte om de sterrenhemel te bestuderen. Om dat te vieren, is 2009 door de VN en de IAU uitgeroepen tot het internationale jaar voor de sterrenkunde. Om meer mensen te interesseren voor wat er aan de hemel allemaal te zien is, worden er sterrenkijkavonden en onderwijsprojecten georganiseerd. Maar de astronomen maken het zich niet gemakkelijk: ze willen astronomie de komende jaren vooral gaan bevorderen in ontwikkelingslanden.
Veel grote telescopen staan in landen als Chili, Mexico, Azerbeidzjan en Namibië, omdat daar de omstandigheden voor metingen gunstig zijn. Een paar van ’s werelds grootste telescopen zijn te vinden in Afrika. In Zuid-Afrika staat de Southern African Large Telescope (SALT), een optische telescoop die objecten kan waarnemen met de helderheid van een kaarsvlam op de maan. De Zuid-Afrikanen noemen de telescoop liefkozend ‘Africa’s Giant Eye’. Honderd kilometer van Windhoek in Namibië staat HESS, de grootste telescoop voor gammastraling ter wereld. De grootste radiotelescoop van Afrika, een schotelantenne van 26 meter doorsnee, staat in Hartebeesthoek, een afgelegen vallei op 65 kilometer ten noordwesten van Johannesburg. Daar kan de radiostraling van sterrenstelsels gemeten worden, zonder dat de waarnemingen verstoord worden door radiogolven vanaf de aarde.
Maar dat betekent niet dat de telescopen bevolkt worden door wetenschappers uit die landen zelf. Astronomen hebben in Afrika een beetje een eenzaam beroep, want ze zijn maar met weinig. In Nederland zijn 208 astronomen lid van de IAU; in Angola is dat er één: Jaime Vilinga. “Ik ben een bijzonder geval. Ik ben de enige astronoom in mijn land.” De interesse voor sterrenkunde is vrij groot in Angola sinds de zonsverduisteringen die er in 2001 en 2002 te zien waren en waar vele toeristen en wetenschappers die er op afkwamen. “We reisden naar het platteland en vertelden mensen hoe ze de zonsverduistering moesten observeren zonder hun ogen te beschadigen. Mensen kregen door dat dit geen spel is, maar wetenschap.” Vilinga kon met een beurs solar physics gaan studeren in Parijs. Toen hij in 2006 promoveerde kwamen de UNESCO en de ambassadeur van Angola naar de ceremonie.
Nu is hij 47 en terug in Luanda. “In Angola ben ik nu bekend. Als ze iets over de ruimte willen weten, dan gaan de televisiestations en radiostation snel naar me op zoek.”
De Angolezen dromen over een eigen grote telescoop. “De regering wil in het zuiden een sterrenwacht bouwen, vijftig kilometer van Lubango. Maar ik denk dat het beter is om een Angolees nationaal observatorium hier in de hoofdstad te bouwen, om astronomie zichtbaar te maken. Mijn persoonlijke droom is een entertainment-park waar jonge mensen heen kunnen gaan om te spelen en tegelijkertijd te leren. Met een telescoop, een planetarium en IMAX-films. Ze kunnen er iets leren en misschien denken ze wel ‘ik wil natuurkundige of scheikundige worden’.”
Maar wanneer zijn dromen werkelijk worden, weet hij niet: “Ik doe mijn best, maar het is moeilijk om iets te doen. We komen uit een lange burgeroorlog. Er sterven nog steeds mensen door ongezond water en malaria. Als ik het heb over astronomie, dan vragen mensen: wie is die gek? Hoe kan hij het over sterren en de maan hebben, terwijl er mensen doodgaan door gebrek aan voedsel?”
Twinkelen
Kevin Govender werkt voor de South African Astronomical Observatory, de organisatie die SALT beheert. Het is er prachtig: “Er is heel veel open ruimte in Afrika. Zelfs de grote sterrenwachten in Chili liggen in de buurt van een stad, maar hier in Sutherland is niks. Alleen donker. Op maanloze nachten kun je wandelen bij het licht van de sterren. Het is een perfecte sterrenhemel. Wanneer de atmosfeer stabiel is, met weinig wind en weinig vocht in de lucht, dan zie je de sterren niet eens twinkelen. Zelfs met het blote oog kun je dan heel scherp zien.”
Afrikanen staan open voor astronomie, meent Govender. “De sterrenhemel is niet vreemd voor ze. Astronomie is een deel van onze cultuur en geschiedenis. Mensen gebruikten vroeger de sterren voor navigatie en als manier om te weten wanneer het tijd was om te zaaien. Er zit ook geloof bij, verhalen over waar dag en nacht en de zon vandaan komen. Toen er nog geen tv was, was de hemel een goede bekende.” Mensen iets vertellen over wetenschap kan lastig kan zijn, weet hij: “Het werkt het best als je eerst met ze praat over wat ze nu geloven. Daarna kun je ze door een telescoop laat kijken en zeggen ‘dit is wat we uitgezocht hebben met technologie’. Laten zien dat Saturnus ringen heeft en Jupiter manen, dat is een krachtige manier om iets te vertellen.”
Hij snapt ook wel dat een dure wetenschap als astronomie niet direct prioriteit heeft voor veel Afrikanen. “Voor de man in de straat is het duidelijk dat we moeten investeren in huizen, niet in telescopen. Maar gelukkig beseft onze overheid wat de potentie is van wetenschap en high-tech onderzoek.” Waarom is het dan toch zo belangrijk dat in Afrika meer aan astronomie wordt gedaan? “Ik heb zelf nucleaire natuurkunde gestudeerd, met een deel astronomie. Ik heb astronomie altijd geweldig gevonden. Je kunt nadenken over de evolutie van ons zonnestelsel of het begin van het universum. Juist omdat het zo moeilijk te begrijpen is, is het zo krachtig. Het inspireert mensen om na te denken, en in Afrika hebben we denkende mensen nodig. We kunnen niet blijven rekenen op voedselhulp, we moeten uitdagingen aangaan en problemen oplossen. Daar zijn ingenieurs en technici voor nodig die daarvoor zijn opgeleid. Astronomie is een vakgebied dat mensen kan inspireren om probleemoplosser te worden, bijvoorbeeld door wiskunde of natuurkunde te gaan studeren.”
Govender: “Als je nu binnenloopt bij de controlekamers van die grote telescopen, dan zie je inmiddels niet alleen meer blanken. “Er werken steeds meer zwarte Afrikanen. De meesten zijn jong en staan aan het begin van hun carrière, bijvoorbeeld als student-onderzoeker. Maar als de leidinggevenden straks met pensioen gaan, dan nemen die Afrikaanse promovendi het over.”
Beginnelingen
De interesse voor wetenschappelijk onderwijs is in ieder geval het probleem niet. In Kenia heeft dr. Paul Baki van de universiteit van Nairobi net een astronomie-opleiding opgezet. Is het wel goed sterrenkijken bij het licht van de stad met drie miljoen inwoners? Baki: “Op de campus valt de lichtvervuiling wel mee. We hebben af en toe erg goed zicht. Soms word ik uitgenodigd door hotels in natuurparken als de Masai Mara, om met een groep amateur-astronomen iets te vertellen aan de gasten. Daar is het pikdonker.”
Zelf raakte Paul Baki in 2001 gefascineerd door astronomie: “Ik was op een congres voor natuurkundigen in India en daar kwam in contact met astronomen. Ik had daarvoor nog nooit een telescoop gebruikt. Toen ik terugkwam, ben ik meteen begonnen met het ontwikkelen van een studie astronomie en astrofysica.” De eerste groep van dertig studenten is net in oktober begonnen. “Voor wat betreft het opleiden van astronomen zijn we nog beginnelingen. We hebben geen observatorium. We hebben wel docenten, maar die zijn zelf opgeleid in theoretische natuurkunde. Het is dus nogal een uitdaging.”
Baki weet zich gesteund door collega-astronomen in de rest van de wereld. In de IAU is een strategisch plan aangenomen voor de komende tien jaar, waarin staat dat de astronomen-unie de infrastructuur voor astronomie in ontwikkelingslanden wil verbeteren, door regeringen te adviseren en onderwijsinstituten te ondersteunen. De astronomen menen dat meer aandacht voor sterrenkunde goed is voor de ontwikkeling van hoger onderwijs, wat weer goed is voor de economie.
Er staat dan ook veel te gebeuren. Als de douane een beetje meewerkt, ontvangt Kevin Govender in Zuid-Afrika binnenkort 3.000 telescopen die gedoneerd zijn door de IAU. Paul Baki wacht ook nog, maar ook daar zullen 251 telescopen bezorgd worden om te gebruiken op scholen en in voorlichtingsprogramma’s. In Nigeria en Zuid-Afrika worden twee nieuwe radiotelescopen gebouwd. De MeerKAT-telescoop in Zuid-Afrika zal in 2013 in gebruik worden genomen en zal dan de grootste radiotelescoop in Afrika zijn. Naar verwachting zal binnen twee jaar ook de Nigeria Radio Telescope klaar zijn voor onderzoek naar zwarte gaten, moleculaire wolken en de vorming van sterrenstelsels.
Maar ook zonder telescopen zal de hemel de aandacht van Afrikanen blijven trekken; op 15 januari is in onder meer Tsjaad, Kenia en Somalië weer een zonsverduistering te zien.
In januari is in een groot deel van Afrika weer een zonsverduistering te zien. Een kalender van aankomende zonsverduisteringen is te vinden op de speciale site van NASA: http://eclipse.gsfc.nasa.gov/
Officiële site van het Internationaal Jaar van de Sterrenkunde: http://www.astronomy2009.nl
De aarde bij nacht is te zien op aan elkaar geplakte satellietfoto’s: http://apod.nasa.gov/apod/ap001127.html